Fietspelgrimage 2021
Veel mensen bezoeken Klooster Wittem. Ze steken een kaarsje op, zoeken de stilte, nemen deel aan een liturgische viering of bezoeken een activiteit. Kortom, Klooster Wittem is een plek voor pelgrimage. De moderne pelgrim verbindt zijn eigen leven en levensloop - even of voor langere tijd - aan een plek die voor mensen heilig is. Jaarlijks organiseert Pelgrimsoord Klooster Wittem een aantal meerdaagse pelgrimstochten op de fiets, te voet of met een bus- en vliegreis.
Je hoeft niet per se op pad te gaan om te pelgrimeren. Heel ons leven kan gezien worden als een pelgrimstocht. We komen ergens vandaan, gaan onze levensweg en ontmoeten vele mensen, plekken en situaties. En aan het einde van het leven komen we ergens aan. Dat is de basisgedachte van 'pelgrimeren of je levensweg'.
Op maandag 5 juli 2021 start onze fietspelgrimage die vanuit Wittem via Sittard naar Roermond leidt en daarna weer via Sittard terug naar Wittem.
Deze webpagina is samengesteld door Theo Knoops | theo@knoopsonline.nl | juli 2021
Jan | Nel | Theo | Jacques | Albert | Jan | Jos | Nan | Hannah | Marie-Anne | Pieter
Na de kennismaking in een zaal van Klooster Wittem vertrekken we vanuit de kloosterkerk met het pelgrims-fietsgebed en een (door Hanna en Jan aangedragen) pelgrimslied: ga met God en Hij zal met je zijn. Dat zinnetje kon iedereen direct al meezingen; de strofen namen Jan en Hanna voor hun rekening. Dan – we zijn amper 2 kilometer onderweg en zijn al te laat – is de eerste stop in het kerkje van Wahlwiller, waar we het verhaal van de wandschilderingen en de kruisweg van Aad de Haas horen. Vandaar fietsen we verder (het regent inmiddels harder) naar Simpelveld, waar we bij de Lourdesgrot het bezinningsmoment doen rond de statie: “Jezus wordt veroordeeld” en met de tekst: “als je goed van me denkt, wordt ik beter”. Onder de bomen is het droog, maar we gaan niet het kruiswegpark in. Gelukkig wordt daarna steeds droger en dat zal de rest van de dag ook blijven.
In de koffiekamer van de Andreaskerk (Heerlerbaan) staat de koffie/thee klaar en kunnen we ons lunchpakket verorberen. Na de lunch volgt een uitleg over de kerk, die getekend is door Laurens Bisscheroux als ‘kerk onder de grond’ (vanwege het mijnwerkersverleden), met regenboog en grote voeten als belangrijke symbolen. Het verhaal van het bezinningsmoment gaat over de kom soep en het vooroordeel ten opzichte van donker gekleurde mannen...
Tegen 14.30 uur fietsen we verder en via soms onverharde doorsteken komen we rond half vijf in Sittard bij de zusters Regina Carmeli aan. Het is -op die ene bui na- droog gebleven en zo krijgt Marie-Anne misschien toch gelijk, toen ze zei: als engelen reizen, lacht de hemel... We zijn mooi op tijd, zodat iedereen even de tijd heeft om zich wat op te frissen voor het avondeten om 18.00 uur. De zusters bieden altijd een 3-gangen menu, ook vandaag en dit jaar alles ‘coronaproof’ (dwz tafeltjes van 2 voor de koppels en een tafel van 3 voor de ‘losse flodders’) en worden we bediend door de priester.
Na het eten zoeken we een terras op in de binnenstad: Schtad Zitterd, het café waar Toon Hermans zijn optredens begon.
De wekker ging vroeg vanmorgen, want de zusters gaan tegenwoordig om 07.00 uur al bidden. De ‘bedienaar’ van gisteravond was nu ‘bedienaar’ van de eucharistie. Mooi, dat dit kan.
Na het ontbijt verzamelen we om 9.00 uur om in de binnentuin met zr. Gisela het pelgrimsgebed te bidden en het lied te zingen. Dan – nu met de fiets – weer op naar de binnenstad: 20 meter verder dan ons terras van gisteravond ligt de basiliek van het H. Hart, waar René Haustermans ons rondleidt door zowel de basiliek als het er tegenover gelegen Mariapark. De basiliek is bijzonder met zijn votief-tegels en baksteen-barok. Als verrassing mogen we boven over de galerijen naar het oksaal, waar René een prachtige versie van Toon Hermans ‘mijn engel Gabriel’ ten gehore brengt. Het Mariapark is al even verrassend met de mooie binnentuin en de kruiswegstaties rondom. Het is een heel mooi begin van onze tweede fietsdag. En ook het weer werkt doet zijn best…!
We fietsen nu snel Duitsland in, waar ons eerste bezinningsmoment is in de kapel in Waldfeucht rond de statie van vandaag: Jezus valt onder het kruis. Ook ons tweede bezinningsmoment is in Duitsland, bij het klooster van de zusters Clarissen, waar we rond 12.00 uur arriveren. Dit is ook onze picknickplek. Helaas zijn de toiletten vandaag niet open (blijkbaar hoeven mensen op dinsdag niet te plassen); in het achter de picknickplaats gelegen kruiswegpark staan we stil bij de statie ‘Jezus ontmoet zijn moeder’ en bij wat ‘echte ontmoeting’ is.
Daarna fietsen we via veldwegen en met de (flinke) wind in de rug terug naar Nederland waar we in St. Odiliënberg bij het kapelletje het mooie verhaal van de handen lezen (de ene hand met 5 verdrietige of pijnlijke dingen die zich vouwt in de andere hand met 5 zegeningen, die ervoor zorgt dat je het volhoudt). Tegenover de kapel worden we hartelijk ontvangen op het terras van een binnentuin, die eigenlijk gesloten is. Maar de stoelen worden uitgezet en de vrouw-des-huizes trekt snel een schoon T-shirt aan en we worden gastvrij bediend.
Nadat we in St. Odiliënberg de basiliek van de buitenkant bewonderd hebben, fietsen we door naar Roermond, waar we al om 16.00 uur aankomen. Theo en Nan gaan boodschappen doen voor het eten straks en een gezellig samenzijn daarna. Rond 19.00 uur arriveert de auto van Pizzeria Rosaria met 11 verschillende pizza’s die we broederlijk en zusterlijk delen, hetgeen als vanzelf uitloopt in een mooie avond waarin heel wat ervaringen worden uitgewisseld en gedeeld. Een waardevolle avond.
Vanmorgen in de Groenslaperij worden we verrast met een meer dan voortreffelijk ontbijt, waarvan we ook nog ons lunchpakket konden maken. Maar ook zeer verrast werden we door Marie-Anne, die voor ieder van ons een mooi engeltje geknipt had. Een aandenken dat door iedereen bijzonder werd gewaardeerd.
En met een uur later dan gepland komen we tegen 10.30 uur aan bij de Kapel in ’t Zand, waar we dit keer helaas niet door Marga kunnen worden rondgeleid. Maar we zien wel de belangrijkste dingen: het kleine putbeeldje en de put waarin het gevonden werd door de Poolse herder (ca. 1450) en de tegelwand in de processiegang met het water. We gaan verder naar het ernaast gelegen Kruiswegpark, het eigenlijke doel van onze fietspelgrimage. Dit park kent naast de staties ook 10 nissen waarin het verhaal van Maria en de kapel verteld wordt en middenin een groot plein rond een calvariegroep. Op dit plein zijn elke meimaand buitenvieringen en wordt ook gebruikt voor ontvangst van bedevaartgroepen. We staan vandaag stil bij de statie van Simon van Cyrene en het meedragen van het kruis.
Het is inmiddels half twaalf als we aan onze tocht van vandaag beginnen. Als we tegen half één in Echt arriveren kunnen we op het terras van café Hingen (dat eigenlijk pas om één uur open gaat) koffie/thee drinken en ons lunchpakket opeten. Daarna zijn we al snel bij de Kapel van OL Vrouw van Schilberg met de 7 voetvallen (7 staties, met een soort bankje ervoor, zodat je in gebed kunt neer knielen). Daar leert het verhaal van zand en steen dat je vervelende dingen, datgene wat iemand je aandoet, in zand moet schrijven zodat de wind het uitwist; de goede dingen die iemand voor je doet, moet je in steen beitelen zodat het bewaard blijft en niet vergaat.
Onze volgende ‘halte’ is net over de grens, in België bij Maaseik, de Kapel van OL Vrouw van Rust in Heppeneert, een drukbezocht Mariaoord met achter de kapel een kaarsen-opsteekplek en in de tuin 7 voetvallen, maar hier een mix van kruiswegstaties en bijbeltaferelen. Na de tekst “Gaan-de-weg” gaan we ook weer op weg. Aangezien de naastgelegen terrassen allemaal vol zijn, zonder koffie!
Langs de Maas fietsen stroomafwaarts, nu met de wind op kop, om in Grevenbicht met het fiets- en voetveer de Maas over te steken, terug naar Nederland en via Limbricht bereiken we Sittard en zijn we tegen vijf uur weer bij de zusters waar we onze kamers van voorgisteren weer kunnen innemen. In stilte, want in huis zijn 15 personen bezig aan een ‘stille retraite’.
Om 18.00 uur eten we frietjes met hamburger (overbakken met tomaat en kaas) en erwtjes en wortelen. Met vooraf heerlijke soep en een toetje na. Zuster Gisela heeft zelfs een 2e portie friet laten bakken...
Na het eten gaan we met zijn allen nog even de stad in, waar Theo een oude studievriend ontmoet van meer dan 20 jaar geleden. Zij hadden heel wat bij te praten, maar de rest van de groep ging rond 20.30 uur terug. Morgen is het vroeg dag, als we om 7.00 uur de viering mee willen doen.
Om 9.00 uur staan we allemaal klaar om voor het laatst ons pelgrimsgebed en –lied te bidden en zingen, samen weer met zr. Gisela. En na de complimenten dat we de stille retraite zo goed gerespecteerd hebben, stappen we op voor onze laatste fietsdag. De eerste stop is in Munstergeleen, bij de kapel van Pater Karel. Achter de kapel (die gemaakt is in het geboortehuis van Karel Houben) bevindt zich een klein maar intiem kruiswegpark met staties die bijzonder zijn in hun eenvoud. Hier lezen we het mooiste verhaal van de week: de kleine dood, die steeds meer levend wordt, naarmate zijn gastheer hem toeroept ‘ik denk aan jou…’ dit is bij het uitstek het thema van vandaag: na Goede Vrijdag komt Pasen.
Vanuit deze kapel fietsen we via Daniken, Spaubeek, Genhout naar Ulestraten, waar we door Waterval de mooiste afdaling van de week krijgen. Maar onderweg worden we al gewaarschuwd door Henk Urlings (de man op weg met zijn ezels) dat het gehucht zijn naam waarmaakt: door het noodweer van afgelopen week blijkt de weg beneden voor een groot deel weggeslagen. Gelukkig hoeven we niet helemaal terug naar boven te fietsen, maar is er een (weliswaar onverhard) pad dat ons zonder al te veel omwegen naar de weg naar Meerssen terug op de route brengt. Als we door Meerssen heen zijn, bereiken we ons rustpunt, het terras De Nachtegaal, waar de Limburgse vlaai ons toelacht. Dat kunnen we toch niet overslaan. Met deze bodem in de buik vervolgen we de weg naar en door Valkenburg voor ons laatste bezinningsmoment bij de Calvariegroep bij kasteel Schaloen, waar we Toon Hermans aan het woord laten: er is een mooi land, ik weet het niet zeker, maar ik heb zo’n idee...
Precies op tijd (13.30 uur) komen we dan in Wittem aan voor de lunch (samen met onze twee bagagemannen Bert en Joop) in de (vroegere) Gerarduszaal, de recreatiezaal van de priesterstudenten in de tijd dat het klooster nog seminarie was.
En dan is het tijd om ook in de kapel af te sluiten met het laatste bezinningsmoment.
We kunnen terug kijken op een mooie fietspelgrimage, waarin de spreuk van Marie-Anne bewaarheid is: als engelen reizen, lacht de hemel...
Op donderdagmiddag op weg naar huis zijn Albert en Theo teruggereden naar de Kapel in 't Zand om de nabijgelegen begraafplaats te bezoeken.
(Uit de Wikipedia) De begraafplaats Nabij de Kapel in 't Zand, in de volksmond het Oude Kerkhof genoemd, was van oorsprong een joodse begraafplaats. Eind 18e eeuw werd deze uitgebreid met grafruimte voor andere inwoners van Roermond. Architect Pierre Cuypers was in 1858 verantwoordelijk voor een herinrichting van de begraafplaats. Er werd onder meer een katholiek en een hervormd deel ingericht, die van elkaar werden gescheiden door een muur. De uit Amsterdam afkomstige Jacobus Warnerus Constantinus van Gorkum (1809-1880) was cavaleriekolonel en militie-commissaris in Limburg. Hij trouwde in 1842 met de Roermondse jonkvrouw Josephina Carlina Petronella Hubertina van Aefferden (1820-1888), lid van de familie Van Aefferden. Het was door hun achtergrond een gemengd huwelijk; Van Gorkum was van huis uit protestant, zijn vrouw was katholiek. Ook het leeftijds- en standsverschil tussen beiden zorgde destijds voor opschudding. Van Gorkum werd na zijn overlijden op het protestantse deel van de begraafplaats begraven. Zijn weduwe wilde bij hem begraven worden, maar kon als katholiek niet in ongewijde grond worden begraven. De oplossing werd gevonden in een dubbelgraf, aan beide zijden van de muur, de graftekens verbonden door twee handen die over de muur in elkaar grijpen. Het grafmonument wordt gevormd door twee vrijwel identieke graftekens aan weerszijden van de muur. De graftekens, geplaatst op een hardstenen basement, bestaan uit een zandstenen kolom met een zadeldakvormige afsluiting die boven de muur uitsteekt. De afsluiting wordt bekroond door een kruisje en toont aan de voorzijde in reliëf aan zijn kant het wapen van de familie Van Gorkum, aan haar kant een alliantiewapen. Aan de achterzijde van beide zerken zijn handen aangebracht, een mannen- en vrouwenhand, die in elkaar grijpen, als symbool van verbondenheid over dood en religie heen. Beide graven worden afgesloten door een halfrond smeedijzeren hekwerk, waarvan de uiteinden bij hem eindigen in bajonetachtige vormen en bij haar in een leliekruis.